Spring naar de inhoud
Home » Tempeliers » Bernard van Clairvaux (Bernard de Fontaine) 1090-1153

Bernard van Clairvaux (Bernard de Fontaine) 1090-1153

Een Franse abt vereerd tot Saint-Bernardus heeft veel invloed gehad bij het ontstaan van de tempeliers. Zijn officiële naam: Bernard de Châtillon-sur-Seine

Bernard de Clairvaux werd geboren in het jaar 1090 te Fontaine-les-Dijon (Frankrijk), uit een adellijk geslacht. Zijn vader was Téscelin de Chatillonsur-Seine (le Roux) (1070-1117) en bezitter van Fontaine-Des-Dijon. De naam Le Roux kwam door zijn goudbruine huidteint en gelig haar. Als bescheiden ridder was hij in dienst van de hertog van Bourgondië en beheerde land rond Montbard, Alise-Sainte-Reine, in de vallei van de Laignes of aan de samenvloeiing van de rivieren Aube en Aujon. Hoewel hij eigenaar was van grote bezittingen, stond hij bekend als een man, zachtaardig in manieren, liefdevol en had erbarmen voor de armen. Hij was toegewijd aan vroomheid en had een extreme ijver voor rechtvaardigheid. Hij deed me aan de eerste kruistochten (1096 tot 1099), net als de broer van Alethe. 

De familie van zijn moeder, Aleth de Montbard (1065-1106), was van hogere afkomst. Bernards grootvader regeerde namelijk over de heerlijkheid Montbard: zijn landerijen strekten zich uit over de plateaus tussen de Armançon en de Seine. Haar broer, André de Montbard, was een van de negen stichters van de Orde van de Tempel en werd zelfs meester. Alethe was zeer godvruchtig. Haar wens was te mogen intreden in het klooster, maar haar vader dacht er anders over. Op jonge leeftijd van 15 jaar, werd zij uitgehuwelijkt aan Téscelin. .

Téscilin en Alethe beiden behorend tot de hoogste adel van Bourgondië waren illuster, niet door hun hoge afkomst, maar vooral door hun deugden. Samen kregen ze zeven kinderen: zes zonen en 1 dochter, waarvan Bernard de derde in rij was. Bijzonder feit is dat zijn moeder al haar kinderen zelf opvoedde zonder de hulp van een voedster of min in te roepen.

Geboortehuis Bernard van Clairvaux
Ouderlijke woning in Fontaine-lès-Dijon.

Zijn zuster en broers:

Humbeline van Clairvaux: (overleden op 21 08 1141). Over haar is niet veel bekend. Humbeline blijft bij haar vader om hem te verzorgen. Ook zij kreeg al snel toestemming van haar man in te treden in Julli (Yonne), een vrouwelijke vestiging van Bernards cisterciënzer orde in 1124. Er wordt van haar verteld dat ze altijd de eerste was in dienstbetoon en hulpverlening. Ze was zeer geliefd in de communiteit.

Guido van Clairvaux: (overleden tweede helft 12e eeuw)

Gerard van Clairvaux: (overleden in 1138).  Hij nam eerst deel aan het militaire leven, maar raakte gewond tijdens belegering van Grancy en werd gevangengezet. Tijdens zijn gevangenschap besloot hij toe te treden tot het kloosterleven en ging na zijn vrijlating naar Citeaux. Zijn broer, Bernard, benoemde hem tot keldenier. Gerard beheerde de huiselijke aangelegenheden van de abdij. Er wordt gezegd dat hij zo bedreven was geworden in handberoepen dat bouwers, smeden, schoenmakers en wevers naar hem toe gingen voor advies en instructie.

Andrew van Clairvaux: (overleden tweede helft 12e eeuw)

Barthélémy van Clairvaux: (overleden tweede helft 12e eeuw)

Nivard van Clairvaux: (overleden tweede helft 12e eeuw). Deze junior is een nakomertje. Broers en zusters laten de kleine achter om zijn vader tot troost te zijn met de woorden: “Voor jou zijn al onze landgoederen en bezittingen.” Maar de kleine die uit zijn spel met zijn vriendjes is gehaald, antwoordt verontwaardigd: “Jullie nemen mooi het hemelse deel voor je rekening, en laten mij zitten met het aardse. Dat is oneerlijk verdeeld!” Later zal deze Nivard het brengen tot de titel van Zalige.

Het waren roerige tijden toen Bernard werd geboren. Men kwam uit een periode van duisternis en bijgeloof. Het Romeinse rijk was gevallen. Germaanse barbaren, Merovingers en hierna Karolingers baanden zich een weg. De moraal, gebaseerd op de Romeinse en Griekse filosofie, komt ten val. Hierdoor daalt het moreel besef en worden er regels opgesteld, bijna of men zich terug in het neolithicum bevindt.

Studies en de dood van zijn moeder Alethe.

Op negenjarige leeftijd werd hij naar de canonieke school van Châtillon-sur-Seine gestuurd. Na de beginselen volgde hij het trivium, de eerste onderwijscyclus gewijd aan letteren (grammatica, retorica en dialectiek). Hij toonde een bijzondere smaak voor literatuur en verwierf een goede kennis van de Bijbel, de kerkvaders en verschillende Latijnse auteurs: Horatius, Lucanus, Seneca (brieven aan Lucilius), Tacitus, Juvenalis, Perzië, Stace, Terence en vooral Cicero, Vergilius en Ovidius (inclusief, van de laatste, de kunst van het liefhebben), wat hem een perfecte vertegenwoordiger maakt van de geleerden van zijn tijd.

Aan de andere kant heeft hij niet het quadrivium gevolgd (tweede cyclus, die rekenkunde, meetkunde, kosmologie en muziek omvat). Op zestien- of zeventienjarige leeftijd verloor hij namelijk zijn moeder.

Loodraam met Bernard van Clairvaux

Diep getroffen, leidt hij vanaf dan het wereldse bestaan van de jonge edelen van zijn tijd. Echter door zijn godvruchtige opvoeding wenst hij reeds snel in een orde te willen treden. Aanvankelijk stelde hij zijn familie voor dat hij een pelgrimstocht naar Jeruzalem voorbereidde, om zijn familie niet ongerust te maken door zijn voorbereidingen op het kloosterleven.

Afbeelding glas-in-loodraam, oorspronkelijk afkomstig uit de abdij Mariawald, voorstellende:                                                               Bernard van Clairvaux met zijn ouders Aleth en Tescelin.

Bernard treedt het klooster in.

Nadat hij de kloosterschool van Notre-Dame de Châtillon had doorlopen, verliet hij zijn ouderlijk huis. Hij trad in 1112, samen met vijf familieleden en nog dertig edellieden in het klooster van Cîteaux, dat in die tijd onder leiding stond van de grote abt Sint Stephanus Harding (overleden in 1133).

In het midden boven aan: Etienne Harding aan het hoofd van de Cisterciënzers.
Aan zijn linkerhand (voor ons rechts) Bernardus van Clairvaux.
Helemaal links met punthoed: Tecelin, Bernardus’ vader.
Al zijn zoons zullen Bernardus in het klooster volgen. Daar zijn we hier getuige van.
Ook de elegant geklede Humbelina komt rechts vragen of zij mag intreden.

Zij wordt daarboven door drie zusters in het klooster opgenomen en ingekleed.
14e eeuw, handschrift.
Frankrijk, Chantilly, Musée Condëe.

De grote groep nieuwkomers gaf een extra impuls aan de nieuwe orde de ‘Cisterciënzers’, genoemd naar hun klooster Cîteaux, die al bij abt Robertus van Solesme (overleden 1110) begonnen was met het terug invoeren van de ‘Benedictus’ regel. Deze regel maakte geordend samenleven en -werken mogelijk tot de basis van een model voor een bescheiden en ingekeerd religieus leven. In januarie 1108 werd  Stephen Harding in januari 1108 abt waarbij werd. De stichters maakten zich los van de Orde van Cluny, toen in volle glorie, om de Regel van Sint-Benedictus volledig na te leven. De Kerk van die tijd was namelijk een machtige en rijke kerk. In reactie daarop legden de kloosters de nadruk op de vrijwillige armoede die Jezus zijn apostelen voorhield: “Tracht geen goud, zilver of koper te verwerven om daar uw beurzen mee te vullen” (Matteus 10,09). Vele benedictijner kloosters waren namelijk in de loop der tijden uitgegroeid tot kapitaalkrachtige grootgrondbezitters waarbij de eenvoud en de kloosterlijke geest uit het oog verloren was gegaan.Ze wilden inspelen op een rigoureuzer ideaal: een terugkeer naar eenvoud in het dagelijks leven, de eredienst en de kunst. Breuk met de wereld, armoede, stilte en handwerk zullen de  belangrijkste elementen zijn van de cisterciënzer schepping.

In 1119 werd de nieuwe orde regel, namelijk  de  ‘Charta Caritatis‘ (Charter van liefde) ingevoerd.

Ook Bernardus verlangde terug naar de armoede en de eenvoud van het begin van het kloosterleven. Zijn wens was om terug te keren naar de hardste monastieke ascese. Volgens hem is deze ascese vergelijkbaar met de weg naar Jeruzalem: “door de ruwe klim (…), naar het Jeruzalem van de vrijheid.

Binnen vier jaar had een stervende gemeenschap voldoende vitaliteit hervonden om een nieuw huis te vestigen in de nabijgelegen vallei van Alsems, met Bernard als abt (1115).

Bernard sticht zijn eigen abdij en wordt abt.

Bernard sticht de abdij van Cîteaux op land geschonken door graaf Hugo van Champagne (op het moment dat hij op kruistocht gaat met een familielid van Bernard, namelijk Hugo van Payns, één van de stichters van de Orde van de Tempel. Echter bij het bouwen van de nieuwe abdij, werden honger, armoede en een mentale kortsluiting de oorzaken die Bernard in een crisis stortte. Slechts drie jaar na de stichting moest en werd hij weggehaald uit de gemeenschap door zijn vriend, Bisschop Willem van Champeaux (ca 1070-1121) middeleeuws filosoof en theoloog. Aan de rand van het abdijdomein in een annex moest Bernard een sabbatical ondergaan om weer aan te sterken. Deze eerste crisis heeft hem dichterbij zijn gemeenschap gebracht. Hij had geleerd met mensen om te gaan, hen als dusdanig te behandelen vanuit de realiteit van het menselijk zijn. Bernardus werd een humanist en werd expert in zijn menselijkheid. Bernard zijn barmachtigheid straalde boven alles uit. De vallei werd al snel omgedoopt tot Clairvaux, de vallei van het licht. Het was kort daarna dat vader Técelin zich op zijn oude dag bij zijn zonen in het klooster voegde. Daar stierf hij enige tijd later in de armen van Bernardus

Zijn bekwaamheid als arbiter en raadgever werd algemeen bekend. Meer en meer werd hij weggelokt uit het klooster om langlopende geschillen te beslechten. Bij verschillende van deze gelegenheden stapte hij blijkbaar op enkele gevoelige tenen in Rome. Bernard was volledig toegewijd aan het primaatschap van de Romeinse Stoel. Maar op een waarschuwingsbrief van Rome antwoordde hij dat de goede vaders in Rome genoeg te doen hadden om de Kerk in één stuk te houden. Als er zaken naar voren kwamen die hun interesse rechtvaardigden, zou hij de eerste zijn om hen dat te laten weten.

De radicale denkwereld van Bernard.

Petrus Abaelardus (1079 -1021), was een middeleeuwse Franse theoloog en filosoof die gerekend wordt tot de scholastici. Abaelardus  wilde eerst begrijpen en pas daarna geloven (nihil credendum nisi prius intellectum). Zijn leer ging dus uit van de twijfel. Zijn tegenstanders vonden dat hij niet naar de bedoeling van een verkeerde daad moest vragen, maar een verkeerde daad onmiddellijk in strijd met Gods geboden moest verklaren. Abaelardus vond dat een zonde alleen een zonde was als die uit vrije wil werd gepleegd en dus tegen het eigen geweten inging. Hij wees hiermee als eerste op het belang van de intentie van een daad, een aspect dat een grote rol is gaan spelen in de latere middeleeuwse theologie over schuld en boete. De leer van Abaelardus was in strijd met de heersende kerkelijke ideeën. Zo kreeg hij last met Bernard, die niets verderfelijker vond dan Abaelardus’ onderwijs. Bernard was hier door zijn boezemvriend, de cisterciënzer monnik Willem van Saint-Thierry, omstreeks 1140 op gewezen. Bernard wist niet Abaelardus en zijn studenten op andere gedachten te brengen en ging over op een andere tactiek beschikken: een campagne, waarin Abaelardus in woord en geschrift van alle kanten met venijnige aanvallen werd bestookt. Abaelardus werk zou immers ketters zijn. Hij wilde de strijd met Bernard aangaan. De dag na de opening van een tentoonstelling van relikwieën in Sens op 2 juni 1140, zou Abaelardus er zijn stellingen uiteenzetten. Bernard werd uitgenodigd deze te weerleggen. Bernard echter, die een openlijke discussie niet aandurfde, wilde een succesvol optreden van zijn tegenstander onmogelijk maken en stelde in de nacht van 2 op 3 juni een lijst met 19 ‘verwerpelijke’ stellingen samen met de aanwezige prelaten, waarvoor Abaelardus zich de volgende dag zou moeten verantwoorden. Opeens moest Abaelardus zich tegen de beschuldiging van ketterij verdedigen. Hij weigerde echter dan ook maar één woord aan de zaak te verspillen. De kwestie moest maar aan paus Innocentius II in Rome worden voorgelegd. Bernard schreef brieven aan de paus en aan drie kardinalen en ging zelfs zelf mee met de groep naar Rome.

Hier wordt tevens getoond hoe de versterking van het toezicht van de Kerk op de middeleeuwse samenleving gepaard ging met groeiende intolerantie en onderdrukking van oude praktijken die als afwijkend werden beschouwd, maar ook religieuze verschillen die als ketters, schismatisch of heidens werden beschouwd.

Om verder te lezen moet u lid zijn. Meer info op:  Klik hier 

Bibliografie:

Troyes en 10 étapes, Détours en France, oktober-november 2022, p. 45Bernard de Clairvaux, Fayard, 2003 AURELL (Martin), Des chrétiens contre les croisades, Fayard, 2013 – AURELL (Martin) en BALARD (Jacques): interventie in het programma Les Lundis de l’Histoire van Jacques Le Goff op 8 juli 2013, [online] op de website van France Culture, geraadpleegd in 2018 https://www.franceculture.fr/emissions/les-lundis-de-lhistoire/des-chretiens-contre-les-croisades – CHELINI (Jean),  Religieuze geschiedenis van het Westen médiéval, Hachette, coll. Pluriel, 1991 – FLORI (Jean), Guerre sainte, jihad, croisade, Point Histoire, 2002 – IOGNA-PRAT (Dominique), Ordonner and Excluding – Cluny and Christian Society in the Face of Heresy, Judaism and Islam 1000-1150, uitg. Aubier, 1998 JOLIVET (Jean) en VERGER (Jacques), Le siècle de saint Bernard et Abélard, heruitgegeven in de Tempus-collectie in 2006 – MOORE (Robert I.), La persecution: sa formation en Europe (X°-XIII°siècles), Les Belles Lettres, 1991 – MOORE (Robert I.), oratie gegeven in 2008 aan Yale over het thema “Religion, Politics, Society” (in het Engels), [online] toegevoegd in 2016 op de website van Yale University,   geraadpleegd in 2018, https://www.youtube.com/watch?v=ok-awXvhG2s + om ook Irénée VALLERY-RADOT, Bernard de Fontaines, abbé de Clairvaux, éditions Critérion, 1990 te noemen: een biografie die, zonder echt of volledig hagiografisch te zijn, Bernard van Clairvaux presenteert als een uitzonderlijke man; Isaac of Stella, the Cistercians and the Thomas Becket Controversy: A Bibliographical and Contextual Study Travis D. Stolz Marquette Universiti, Crossroards Initiative,Stanford Encyclopedia de Philosophy, Urkemedia Commons, De Josia’s, Heiligen: Pater Dries van den Acker, Mad Arts, Sint Bernard en de Theologie van de kruistocht, Sancrucensis: Pater Edmund Waldenstein.